Tijdens de periode dat mijn zicht verslechterde, probeerde ik zoveel mogelijk alles normaal te houden. Ik ging werken. En toen dat niet meer lukte met de auto, ging ik met de fiets.
Ik bleef de massages thuis doen. Dat bleef goed gaan, omdat mijn zicht dichtbij het langst goed bleef. Maar het was vermoeiender.
Als ik contact had met anderen, moest ik mijn hoofd naar rechts draaien om hen te kunnen aankijken, omdat ik dubbel zag als ik mijn ogen naar rechts draaide of rechtdoor keek. Ik voelde me wat gegeneerd over dat ik iemand in een rare houding zat aan te kijken, maar legde het dan wel uit.
Alle andere activiteiten bleef ik doen, maar wat was het vermoeiend. Eigenlijk heb ik te lang gewacht om aan de bel te trekken en toen ik dat wel deed, moest ik naar mijn gevoel te lang wachten op onderzoeken. Maar goed, daar heb ik zelf wat aan gedaan door toch eerder naar spoed in Genk te gaan.
Eerder dit jaar schreef ik me, zoals ieder jaar, in voor Maastrichts Mooiste. Met het werk loop ik daar steeds de 5km mee. Dat wilde ik dit jaar extra graag. Ik was nog maar 5,5 week uit het ziekenhuis, maar wilde extra hard bewijzen dat ik dit ging kunnen!
Er kwam soms onzekerheid: mensen waren bezorgder dan ikzelf en om die reden vertelde ik niet meteen tegen iedereen dat ik dit wilde doen. Want was dat wel verantwoord, was ik niet eigenwijs? Voor mezelf niet; mijn plan was het uit te lopen en dat de tijd niet zou uitmaken. Het was mentaal nodig voor mezelf. En Stijn steunde me hierin volop, die had er alle vertrouwen in. Uiteindelijk heb ik dit de afgelopen jaren ook gedaan, terwijl die MS er al was, maar ik het gewoon nog niet wist. Het verschil is uiteraard dat ik nog herstellende was van een “schub” (medische term voor de opstoot, aanval, terugval).
Volgende vraag: wilde ik dit alleen doen? Als ik heel eerlijk was, had ik graag iemand bij me. Voor als ik me echt ineens niet goed zou voelen, om me op te peppen als het wel goed genoeg ging, maar ik even een zetje nodig had.
Ik vroeg een vriendin. Hulp vragen is soms nog moeilijk voor mij, dus ik vroeg het echt de week van tevoren pas. Uitstelgedrag, jaja. Ze kon helaas niet. Mijn broer gaf aan dat het uitverkocht was en dat hij zich dus ook niet meer kon inschrijven. Teleurstelling, maar ik zou het sowieso gaan doen. En ik had het ook maar eerder moeten vragen. Ik kon dit!
Enkele dagen van tevoren was ik met een collega aan het appen over wat we afspraken, want zij zou de 10km gaan rennen. Zo even tussendoor appte ze: “Ik ren de 5 km met je mee morgen als support. Op jouw tempo gewoon”. Ze was het al langer van plan, maar was me dat vergeten te zeggen.
Wel, ik herinner me dat moment nog precies. Ik zat thuis alleen op de bank en moest huilen. Van dit lieve gebaar. Zomaar. Spontaan. Zonder dat ik het gevraagd had. Zelfs nu ik dit typ, staan de tranen me in de ogen. Ik had het haar niet durven vragen, ze rent veel sneller en ik wilde niemand ophouden. Bovendien zou zij dan al 10 km in de benen hebben.
Maar wat was ik hier blij mee. Na alle emoties die er waren sinds de start van de klachten, de ziekenhuisopname, de medicatie,… was dit zo welkom.

Dus: ik heb die 5 km uitgerend, met een beetje regen. Niet mijn beste tijd, maar 34 minuten is ook geen ramp. De laatste km was moeilijk, maar mijn collega heeft me aangemoedigd en zelfs gefilmd toen ik finishte, terwijl ik het niet doorhad. Echt geweldig!
Papa is komen kijken om me aan te moedigen, ook in de regen. Het zijn díe kleine dingen die voor mij zo groot zijn, waar ik dankbaar voor ben en waar ik blij van word. Lieve mensen die me steunen, ook degenen die er die dag niet bij waren en ook in keuzes waar ze misschien niet altijd 100% achter staan.
De avond van de loop ben ik gaan slapen om 21:00 tot de dag erna 12:00. Ik was vermoeid, niet enkel lichamelijk, maar ook mentaal. Spanning, inspanning? Ik wist dat het vermoeiend ging zijn, want mijn energie was nog lang niet wat het ooit was, en nog steeds niet. Maar dit was een berekend risico. Ik moest de dag erna niet gaan werken en had genoeg tijd om te recupereren. Wat er dus na de loop zou gebeuren, dat zou ik dan wel zien.
I did it! En daar ben ik nog steeds trots op.
